De directe voorbereiding op de werkvloer is het meest kenmerkende aspect van het praktijkonderwijs. Uitgebreide stages in bedrijven of instellingen zijn van groot belang voor deze leerlingen. De stages vinden in het algemeen plaats in het vakgebied waar de belangstelling en talenten van de leerling liggen. Daadwerkelijk invullen van stage op die leeftijd houdt nadrukkelijk verband met praktische vaardigheden van de leerlingen, de motivatie tijdens theorie- en praktijkvakken op school en de mogelijkheden in een bedrijf.
Geschikt?
De mentor van klas 2 geeft in een gesprek met ouders aan of de leerling stagegeschikt wordt geacht. Het kan zijn dat er nog gewerkt moet worden aan een aantal basis werknemersvaardigheden, zodat we de kans op slagen vergroten. De mentor krijgt input over stagegeschiktheid van de praktijkdocenten. Eventueel kan er extra getest worden om de competenties en vaardigheden van de leerling beter in beeld te krijgen.
Wensen
Elke stagiair krijgt eind klas 2 een intakegesprek op school met de stagedocenten. In dit gesprek geeft de leerling zijn/haar wensen aan. De stagedocent geeft aan welke mogelijkheden er zijn. Vanaf het derde jaar lopen de leerlingen 1 dag per week stage. Dit breiden we uit naar 3-4 dagen in het laatste jaar.
Voortgang
De stagedocent heeft regelmatig contact met het bedrijf om de vorderingen van de leerlingen bij te houden. De stage kan een jaar duren. Als er redenen zijn om de stage te beëindigen dan is dat mogelijk. Er wordt dan gekeken naar een nieuwe stageplek.
Vergoeding
De stagedocent benadert alle bedrijven tijdens de stages met het verzoek om een stagevergoeding te overwegen. Bedrijven zijn dit niet verplicht. Non-profitorganisaties bieden die mogelijkheid vrijwel nooit.
Stage
Alle stagiaires vanaf leerjaar 3 nemen in principe aan de schoolactiviteiten deel. Uitzonderingen hierop dienen met de stagedocent te worden overlegd. De stagiaires in het laatste jaar moeten in de korte vakantieperiodes zelf afspraken maken met de stagegever over het doorwerken in de herfst-, krokus- en meivakantie. Dit ter voorbereiding op hun toekomstige arbeidsplek.
Nazorg
Vanaf het moment dat jongeren op de arbeidsmarkt terechtkomen, valt de directe, vertrouwde begeleiding van de stagedocent weg en zijn onze leerlingen voor een groot deel op zichzelf aangewezen. Zie daar de noodzaak voor de nazorg die, enkele jaren terug, met hulp van subsidies vanuit UWV aan werkgevers kon worden aangeboden. Momenteel financieren veel scholen hun nazorg uit ESF-gelden en kunnen in principe alle oud-leerlingen gevolgd worden voor de duur van minimaal een schooljaar.
Voor specifieke vragen over de stages kunt u informatie opvragen bij onze stagecoördinator vakgroepvoorzitter Stanly ten Dam of de stagedocenten Hans Pijnappel, Franka Oude Nijhuis, Irene Verkuyten of Koen Kockmann.